Onderstaand artikel verscheen in de wintereditie 2014 van het Zelfstandig Nieuwsblad
Auteurs: Joktan Cohen en Marc Numann
Cold? Of course! It’s winter!
Begin 2000 liep een collega in zijn wind- en waterdichte kleren, goed beschermd tegen de kou door de eerste sneeuw die in jaren in de bergen van Noord-Vietnam was gevallen. Het was modderig en koud maar prachtig. Een bibberend meisje in lokale klederdracht liep op slippers een eindje met ons op. Hij vroeg haar of ze het koud had. ‘Of course!’, zei ze schouderophalend. ‘It’s winter!’
Bescherming versus berusting. Twee totaal verschillende manieren om je aan te passen aan de kou van de crisis. Wat zijn tot nu toe de succesvolste overwinteringsstrategieën in het gure Nederlandse economische landschap?
Delen is het nieuwe vermenigvuldigen
We gingen wel erg makkelijk om met waardevolle objecten door deze niet optimaal te benutten; van de één keer per jaar gebruikte elektrische heggenschaar, tot de auto die we alleen gebruikten voor de wekelijkse boodschappen. Een enorme hoeveelheid nutteloos kapitaalbeslag. Terwijl je met je heggenschaar geen boodschappen kunt doen, en met de auto de heg niet kunt snoeien. Delen dus! Liefst een beetje commercieel, dus sluit je aan bij UberPop, AirBnB of BlaBlaCar en verhuur je garage aan de buurman. Gouden zaken voor de bedenkers van deze diensten, maar of het blijvend zoden aan de economische dijk zet is maar zeer de vraag.
Flexibel op kleine schaal
Anders kijken naar wat we hebben biedt ook in een krappe markt mogelijkheden om de weerbaarheid tegen de winterse kou te vergroten, door tijdelijkheid of dubbelgebruik. Het dak van je bedrijfsgebouw is ook een wingewest voor zonneënergie. Het monofunctionele vinexhuis is ook het hoofdkantoor van een wereldwijde webshop of de uitvalsbasis van het zzp-legioen. De lege etalage is de kans op een doorbraak voor een lokale kunstenaar. Op kleine schaal is aanpassen aan de omstandigheden duidelijk mogelijk en in uitvoering.
Herbestemming met grote gebaren
Dingen kunnen iets anders zijn dan we altijd dachten dat ze waren. Een kantoorgebouw bleek een prachtig hotel of – doe eens gek – stadskas te kunnen zijn. Een oude fabriek bleek een woongebouw of inspirerende congreslocatie. Deze transformaties vroegen om forse investeringen, die vooral haalbaar bleken voor de snelle beslissers. Wie nu nog zijn vastgoed wil transformeren loopt, zeker buiten de grote steden, tegen de krapte van de markt aan. Hoeveel kantoren zijn nog naar hotels om te zetten? Hoeveel scholen kan je tot appartementen verbouwen in een krimpgemeente? Er is gewoon minder vraag dan aanbod op dit moment. En de winter is nog niet voorbij.
Leegstand is een keuze
Stel je hebt een grote vastgoedportefeuille die nog best aardig rendeert. Tuurlijk, er staan wat panden leeg, maar het pand staat op Funda, dat is voor nu wel even genoeg. Komt tijd komt raad. Of niet, maar dat zien we dan wel weer. Waarom zou je dan als een dolle achter ieder wild idee aan rennen en daar veel geld in stoppen? Al die starters, transformaties en subsidies geven alleen maar gedoe. Er is bij veel beleggers dan ook nog geen enkel teken dat de bereidheid groeit om anders met hun vastgoed om te gaan. Er zit nog voldoende vet op de botten, de winterjas is nog warm genoeg. Laat al die anderen maar ingewikkeld doen, met hun hypes en hopes. Is ook een strategie, misschien wel succesvoller dan alle andere.
En dus?
De Noren, experts in overwinteren, hebben een gezegde; “Er is geen slecht weer, alleen slechte kleding.” Met goede kleding hoef je je geen zorgen te maken. Als je de pech hebt dat je alleen maar slechte kleding hebt, kan de Vietnamese berusting wel eens de allerslimste strategie zijn. Heb je vooral matige kleding in de kast hangen? Dan wordt het tijd om na te denken over de strategie die het beste van twee werelden combineert. Wij denken graag mee.